Donderdag 4st, November 1:27:19 Pm

Blankrak |
---|
22 jaar vrouw, Boogschutter |
Lynne, Netherlands |
Vietnamees(Beginner), Koreaans(Mooi zo) |
Immunoloog, Venereologist, Gynaecoloog |
ID: 2892878123 |
Vrienden: armen, eksokhem, dragonwanderer4 |
Persoonlijke gegevens | |
---|---|
Geslacht | Vrouw |
Kinderen | 3 |
Hoogte | 186 cm |
Toestand | Actieve look |
Onderwijs | Hoger onderwijs |
Roken | Nee |
Drink | Ja |
Communicatie | |
Naam | Juliette |
Bekeken: | 2446 |
Telefoon: | +312569-263-26 |
Stuur een bericht |
Beschrijving:
Herman van Veen, te groot om nog een kleinkunstenaar genoemd te worden, is bijna En een rollator komt daar vooralsnog niet aan te pas. Enkel in toegiften, nadat iemand uit het publiek heel luid ‘Opzij! Al kijk ik altijd eerst even om, om te zien of ik nog wel voldoende muzikanten heb die dat lied nog kunnen spelen. Er zijn er al heel wat dood gegaan, weet je.
Hij verdrijft de weemoed die in die laatste zin woont met een glimlach. Hij, Hermannus Jantinus van Veen, geboren op 14 maart in Utrecht, staat er toch nog maar, op dat podium. Een paar tinten grijzer, en een tikje minder baldadig dan in zijn beginjaren, maar nog altijd met dezelfde – opgepast: boeketreekswoord – hartstocht. Herman van Veen 75 , de jubileumshow waarop hij zichzelf trakteert, zal hij alleen al in Vlaanderen en Nederland meer dan keer spelen.
Niet slecht voor iemand die inmiddels de serviceflatgerechtigde leeftijd heeft bereikt. Nu ik bijna 75 ben, is dat zinloos geworden. Ik heb niet zo veel toekomst meer, ik geniet vooral van het heden. Op mijn 40ste dacht ik: ‘God, het sneeuwt! Ik moet mijn voorruit schoon krabben. Ik begrijp nu heel goed wat hij met die uitspraak bedoelde. Ook ik heb het gevoel dat alles wat ik nog meemaak pure winst is.
Ik ben van plan ben om dat hele doodgaan zo lang mogelijk uit te stellen. Er moet toch ooit eens één schaap over de dam. Hij lacht en zijn koningsblauwe ogen geven tijdelijk nog wat meer licht dan ze in hun neutrale stand al doen. Om de vreugde wat te temperen – waar dienen journalisten anders voor? Leven van herinneringen is niks voor mij. Toen ik nog een tiener was, bracht ik in Utrecht kranten rond.
Als ik wat exemplaren op overschat had, ging ik die altijd uitdelen in een bejaardentehuis op de Plompetorengracht. Daar woonde mevrouw Levy: een dame die zowel geestelijk als fysiek nog veel te vitaal was om in de kleine wereld van een bejaardentehuis te wonen. Ze snákte werkelijk naar mijn kranten.
Alleen al lezend had ze het gevoel dat ze er nog bij hoorde. Toen al dacht ik: ik mag later niet eindigen zoals mevrouw Levy. Zichzelf verklaren aan de hand van verhalen: hij zal het tijdens ons gesprek nog vaker doen. Maar Herman van Veen is bovenal een verteller. Iemand die het voorbeeld interessanter vindt dan de stelling.
En die zijn woorden op weg naar zijn mond graag nog een poëtisch ommetje laat maken. Met Herman van Veen causeren, is ook een beetje taal degusteren. Chinezen kopiëren dus ook zichzelf, denk ik. Maar ik zeg het niet, want Herman van Veen is al volop in werkmodus. Vanavond speelt hij met zijn muzikanten in cultuurcentrum De Kruisboog in Tienen.
De vraag waarover hij zich al de hele ochtend het mooie, grote voorhoofd breekt, luidt: welke liedjes ga ik straks zingen en waarom? We moeten dus een manier vinden om met het verwachtingspatroon van het publiek rekening te houden zonder eraan te beantwoorden. Nog een vraag die hij zich oog in oog met zijn repertoire regelmatig stelt: hoe kan je met liedjes van vroeger de tijd van nu vangen? Het gaat ook over de Zuid-Afrikaanse apartheid.
Maar die is inmiddels afgeschaft, althans formeel. Signalen is dus een lied dat omkijkt. En toch vertelt het je ook wat er vandaag zou moeten gebeuren. Alleen moet je dat er wel bij zeggen. Anders verliest het nummer elke vorm van urgentie. Dat het verleden de toekomst kan voorspellen, daar is hij van overtuigd. Ik beschik over een referentiekader dat de jongere generaties ontberen. Voor mij is het zonneklaar dat er opnieuw een wereldoorlog kan uitbreken.
Maar voor mijn kleinkinderen niet. Ik moet hen echt uitleggen dat vrede niet zo vanzelfsprekend is als ze denken. En dan nog kijken ze me aan met een blik die zegt: ‘Hier spreekt een mammoet. Zodra de alcoholconsumptie op verjaardagsfeesten een bepaald niveau had bereikt, vertelde iedereen oorlogsverhalen. De wapenwedloop die op de tweede wereldoorlog volgde, maakte ons angstig en onzeker.
We leefden in het ongewisse, waren voortdurend beducht voor nieuw onheil. Dat gevoel kennen de jongeren van vandaag niet. Zij zijn opgegroeid in vrede, niet in de hoop op vrede. Als ik al eens een zweem van een generatiekloofje voel, heeft het daarmee te maken. Ik speel tegenwoordig met muzikanten die nog niet geboren waren toen ik voor het eerst in Vlaanderen optrad. Dat verloopt allemaal ontroerend harmonieus. Zat die avond in het publiek: cabaretier Wim Kan, op dat moment de onbetwiste podiumgod van Nederland.
Kan was zo onder de indruk van Herman van Veen dat hij hem twee dagen later een briefje schreef: ‘Zaterdagavond hebt u ons in de Haarlemse Stadsschouwburg een enorme verrassing bezorgd. Waar komt u vandaan zou ik willen vragen? En direct daarna: waar haalt u het vandaan? In een klein land vol van talent bent u een uitschieter geloof ik.
Ik ga u aandachtig gadeslaan en wachten of ik u zie slagen. Ik hoop het en voorspel het. De pronostiek van Wim Kan zat er pal op. In de decennia die volgden, verkocht Herman van Veen keer het Amsterdamse Carré uit, mocht hij meer dan twintig gouden platen in ontvangst nemen en won hij negen keer een Edison, de belangrijkste Nederlandse muziekprijs.
En toch had de troubadour van de lage landen – zeker in zijn beginjaren – ook gedreven criticasters. Een deel van de Nederlandse culturele elite ergerde zich donkerblauw aan Herman van Veen. Ik vraag het lijdend voorwerp van al dat sarcasme of zijn critici hem ooit uit zijn humeur hebben gebracht. Maar nu en dan kon ik er wel wat mee. Als Gerrit Komrij, die ik bewonderde, schreef dat ik teveel de grenzen van het sentiment opzocht, dacht ik: misschien is dat wel waar.
En dan vroeg ik me af welke accenten ik in mijn voorstelling moest verleggen. Ik ging me ten opzichte van zo’n man echt niet verdedigen. Heb ik nooit gedaan. Ik was 21 en plots zaten de zalen vol. Een tsunami van meningen kreeg ik over me heen. Ik heb daar vaak met verbazing – en soms ook met ontzetting – naar gekeken.
Ik wilde een muzikant zijn en ineens was ik een thema. Daar was ik niet op voorbereid. En na een tijd was ik het ook beu. Ik ben gestopt met het maken van tv-shows en heb meer interviews geweigerd dan geaccepteerd. Dat doe ik vandaag nog steeds. En toch blijven mensen over de hele wereld mij vinden in schouwburgen en concertzalen. In plaats van me af te vragen wat de critici van mijn voorstellingen vinden, ga ik dus gewoon lekker door.
Wil je naar mijn shows komen kijken? Maar het hoéft niet. Ik zing toch wel verder. Is hij zelf gul met bewondering? Heeft hij andermans talent ooit openlijk in superlatieven gewikkeld? Die getrouwde man kon enkel klaarkomen als hij de travestiet vooraf even mocht zeggen dat hij volgende week zijn vrouw zou verlaten. Bij wijze van legitimatie, zeg maar.
En elke keer dacht die travestiet: ‘Interesseert me niet, jongen, neuk me. Toen hij naar buiten kwam, zei ik: “I loved what you did tonight. En dat doe ik nog altijd. Sinds de eeuwwisseling sneuvelden er al heel wat kompanen van het eerste uur. Willem Wilmink, zijn leermeester en de schrijver van het onvergankelijke Hilversum 3 , overleed in Harald Siepermann, de tekenaar van zijn geesteseend Alfred Jodocus Kwak, stierf in En Erik van der Wurff, de pianist en componist met wie hij 52 jaar samenwerkte, ging in heen.